Saarbrug/Romeinse brug
Naast de Romeinse villa in Konz is de Saarbrug een ander symbool van de Romeinse architectuur.
In de Romeinse tijd overspande een brug de Saar in Konz. Er liep een grote snelweg overheen (via publica) , die van de Middellandse Zee via Metz naar Trier leidde.
371 wordt de brug over de Saar genoemd in Ausonius "Mosella". Er wordt aangenomen dat de dichter van de »Mosella« hier verbleef en de stenen brug met de zes bogen en de Savarus (Saar) zong, "die zijn golven heinde en verre draagt, om ze vermoeid te rollen om te rusten op de zetel van Augustus".
Hij beschrijft ze als de rivier (de Saar) verdeeld in zes secties voor zijn mond en had twee torens in het midden. De brug had dus vijf beekpilaren.
In de Romeinse tijd bestond de eigenlijke brugconstructie zeker uit een houten constructie, die pas in de middeleeuwen werd vervangen door een stenen gewelf.
Het werd verwoest in 1735 en herbouwd tussen 1782 en 1787. De brug rustte nog op de Romeinse fundamenten.
Overblijfselen van deze rode zandstenen beekpilaren zijn bewaard gebleven omdat deze brug keer op keer werd gerepareerd totdat hij uiteindelijk in 1934 werd gesloopt en herbouwd.
Het nieuwe gebouw werd in 1944 opnieuw verwoest en moest in 1948 opnieuw worden opgebouwd.
Poging tot reconstructie van de Romeinse brug bij Continuacum / Konz