Gemeente Pellingen
Op het westelijke Hunsrück-plateau ligt de aantrekkelijke woongemeenschap Pellingen, die nog deels agrarisch is. De lokale gemeenschap vindt haar vervoersverbinding via de rijksweg 268, die van Trier naar Zerf loopt en in de volksmond bekend staat als "de Pellinger".
Deze straat vormt grofweg de scheidslijn tussen de benedenliggende oude binnenstad en de daarbuiten strekkende nieuwbouwgebieden. De eerste gedocumenteerde vermeldingen dateren uit 973 als Pellinc en uit 1036 als Pellinch. Sinds de middeleeuwen heeft de abdij van Trier St. Matthias de belangrijkste jurisdictie en was de belangrijkste landheer van de stad.
In 1794 vochten de verdedigers van Trier en de aanvallende Franse troepen de laatste slag in hun verschansingen bij Pellingen. Toen Amerikaanse eenheden Trier probeerden te veroveren tegen het Duitse verzet, bevond de stad zich in 1945 in een vergelijkbare situatie. Een oorlogsmonument op de Höthkopf voor de stadsingang herdenkt deze veldslagen.
Bezienswaardigheden - b.v.
Romeinse fragmenten, Pellingen
In de katholieke parochiekerk St. Antonius in Pellingen zijn Romeinse fragmenten verwerkt. Een Romeins reliëfmasker met zijdelings gebladerte (fragment van een grafmonument) is ommuurd in de noordhoek van de toren. Binnenin bevindt zich een rijkelijk gereliëfde Romeinse stenen balk (ornament van wijnrankbladeren) met een gebeeldhouwd genie, gebruikt als priesterzetel.
aanvullend
Oorlogsmonument, old school, monumentale boerderij, kerkinterieur
Heraldiek (Heraldiek)
Over een gouden driebergen, in blauw een zilveren paal, bedekt met gekruiste zilveren staf en bijl.
Het bestaande wapen van Pellingen toont een zilveren paal op een gouden drieberg in blauw. De inzet wijst naar de Oudhoogduitse woordstam van de plaatsnaam pal = inzet; de Dreiberg op de Pellinger hoogte.
Verhuurder in Pellingen was de abdij van St. Matthias, Trier. Als verwijzing naar hen zijn de staf en de bijl toegevoegd.